Dit enorme bouwwerk werd opgetrokken tussen 1826 en 1829 om er de verzameling van de eerste botanische tuin in onder te brengen. De kunstenaar-ontwerper Pierre-François Gineste leidde de werken, op basis van de plannen van architect Tilman François Suys. Met respect voor de vroegere structuur van de oranjerie, ontwierp hij een imposant middenplein met koepeldak, geflankeerd door twee vleugels die elk uitlopen op een licht uitspringend paviljoen. Men kwam al snel op het idee om feesten te organiseren op deze magische plek en dus werd er een grote zaal ingeplant tussen de oostelijke oranjerie en de rotonde. Vanaf 1870 werden er echter kruidenbedden in ondergebracht. Tot 1939 vervulde de Kruidtuin functies die aansloten bij het oorspronkelijke doel. De staat kocht het gebouw in 1970 en in 1984 werd het ingehuldigd als cultureel centrum van de Federatie Wallonië-Brussel. Het complex omvat de Oranjerie, een zaal met een capaciteit van 700 mensen, de Rotonde, gelegen onder de koepel, de Witloof Bar in de gewelfde kelder, het Museum en de Galerij, beide tentoonstellingsruimtes. Tegenwoordig vinden er in de Kruidtuin tal van culturele evenementen plaats, voornamelijk kunsttentoonstellingen en concerten, waaronder de vermaarde Nuits du Botanique. Artiesten die er optraden zijn onder meer Prince, Oasis, Muse, Stromae en Jeff Buckley. (Beschermd – 15/05/1964)

Het onthaal, de serres, het museum en de galerij zijn open voor het publiek.