Slechts ingewijden kennen Norine. Toch is dit Brusselse couturehuis, bijna veertig jaar lang een kruispunt tussen diverse kunstdisciplines en behoort het tot de voorhoede van de Europese kunst- en modewereld.
Norine wordt tussen ca. 1915 en 1952 gerund door Honorine Deschryver en Paul-Gustave van Hecke, boegbeelden van de Belgische avant-garde. Ze delen niet alleen lief en leed, maar ook een passie voor het expressionisme en het surrealisme. Dit veruitwendigt zich in een privéverzameling met kunstwerken van de meest moderne en internationale kunstenaars, die zij tot hun vriendenkring—en zelfs medewerkers, kunnen rekenen. Enkele namen: Frits Van den Berghe, Raoul Dufy, Max Ernst, Man Ray—en vooral, René Magritte.
Diep geworteld in de avant-garde, creëren zij in een tijd waarin alles rond Parijs draait, met deze onuitputtelijke bron van inspiratie als eerste—en lange tijd als enigen—eigen ontwerpen. Hun werk verenigt verschillende modernistische stromingen, waaronder ook elementen van Art Deco. Het begrip 'Belgische mode', als staand voor artistiek verantwoord en vooruitstrevend, ontstaat dan ook op de tekentafels van Norine, temidden van het bruisende artistieke klimaat van het interbellum Brussel.
Aan de hand van een rijkgeïllustreerde lezing wordt het verhaal verteld van dit bijzondere couturehuis.