De Kunsthumaniora maken deel uit van een monumentaal scholencomplex dat bestaat uit een aantal gebouwen, waaronder een basisschool en kleuterschool, ’t Plantzoentje, het Lyceum Martha Somers, een conciërgewoning, een ketelhuis en de voormalige directeurswoning. Het complex, met een oppervlakte van 220 hectare, werd tussen 1925 en 1948 gebouwd volgens de plannen van de Brusselse architect Alfred Minner. De oorspronkelijke art-decostijl is aangevuld met modernistische elementen. De Kunsthumaniora bestaan uit twee lange, bijna parallelle gebouwen die met elkaar en met het lyceum verbonden zijn door twee korte vleugels van drie verdiepingen, waarvan een en de trappenhuizen bevat. De lange, strakke gevels bekleed met oranje bakstenen zijn versierd met talloze gebeeldhouwde elementen aan de muurdammen bij de vensters, zoals graanvelden, een woelige zee, een regenboog en een uitbarstende vulkaan. Binnenin heeft de functionele architectuur plaatsgemaakt voor luchtige, lichte ruimtes, die soms worden verlicht door glas-in-loodramen met bloemen- en dierendecoraties van meester-glasblazer Fernand Crickx. De kleurrijke vloertegels en lambrisering in verschillende kleuren en patronen, de granito trappen afgewerkt met marmeren mozaïekstroken en voorzien van doorlopende leuningen en balustrades van verchroomde buizen zijn een mooi voorbeeld van art-decoversiering in een school.