De bescheiden kapel die in 1304 werd gebouwd door de Grote Gilde van de Kruisboogschutters was het eerste bekende religieuze gebouw op de plaats van de huidige kerk. Dankzij een miraculeus beeld van de Maagd Maria werd het al snel een bedevaartsoord. In de 15de eeuw werd het bouwwerk aanzienlijk uitgebreid. Vanaf de 19deeeuw werd de buitenkant verschillende keren gerestaureerd, met name door de architecten A. Schoy, J.-J. Van Ysendijck en M. Van Ysendijck. Binnen behield het grote driedelige schip zijn zuivere lijnen en integriteit. In 1651 en 1690 werden aan weerszijden van het koor twee barokke kapellen gebouwd door de architect Lucas Fayd'herbe. De linkse kapel is gewijd aan de Heilige Ursula en bevat de graftombes van prins Lamoral II von Thurn und Taxis en zijn vrouw Anne-Françoise de Hornes, evenals vele andere leden van de familie. In dezelfde kruisarm staan in een glas-in-loodraam koning Albert I en koningin Elisabeth afgebeeld met hun beschermheiligen, de heilige Albertus van Leuven en de heilige Elisabeth van Hongarije. Achter hen zien we de ruïnes van Nieuwpoort en Ieper, trieste herinneringen aan de beproevingen van de Eerste Wereldoorlog. Tot slot is de Zavelkerk het decor voor allerlei vieringen, jubilea en herdenkingen van verschillende broederschappen. Ze is ook het vertrekpunt van de beroemde historische Ommegang. (Beschermd - 05/03/1936)